De herberg waar ik gisteren huisde bleek een begrip te zijn en tegelijkertijd ook een must wanneer je de Norte loopt. De uitbater, bezieler lijkt me een juister woord, is 85 jaar. Zelf heeft hij over alle continenten en verspreid in 80 landen gereisd. Gefascineerd door immigratie en verbitterd over de schrijnende toestanden die ermee verbonden zijn startte hij in 1999 een opvangcentrum op in de oude hoeve van zijn ondertussen gestorven ouders. Vrijwilligers kwamen er helpen en bouwden de hoeve mee uit tot een indrukwekkend geheel met 100, jawel 100 fantastische slaapgelegenheden. We werden er als pelgrims werkelijk in de watten gelegd. Een vrijwillige bijdrage volstond om te delen in de kost. De pelgrimstafel van gisteren voor 75 pelgrims bestond uit lekkere kippensoep, een smaakvolle risotto en fruit. Zelfs aan de vegetariers werd er gedacht. Er werd ook een samenzijn gehouden met alle pelgrims. Dit werd geanimeerd door de 85 jarige man en enkele vrijwilligers. Wat zang met gitaar anno Woodstock en een exposé van de bezieler. Ik onthoud enkele wijze woorden die hij sprak. "Ik ben 85 en oud en ben dankbaar dat ik zovele jaren heb kado gekregen. Jullie zijn hier met 18 nationaliteiten"... hij noemde ze 1 voor 1 op ... " en gemiddeld tussen de 25 en 40 jaar oud. Dat kado hebben jullie nog niet gekregen. Wees dankbaar voor elk jaartje dat erbij komt en wees goed voor mekaar ". Tot daar de prachtige ervaring in Albergue La Cabaña del Abuelo Peito.
Na het ontbijt vertrok ik richting Santander. De lange toer van 22km langs de kust waarvan 4 en een sjiek met de overzet. Geen overdreven cirkuswerk deze keer. 5km over de kliffen en lichtgolvend de kustlijn volgend, een andere 5km over het strand langs de vloedlijn. Af en toe moest ik me uit de voeten maken voor een aanrollende golf, het was immers vloed. Het stappen in duin- en strandzand vergt wel wat extra inspanning. Veel van je energie verspil je in het verplaatsen van zand in plaats van vooruit te gaan. Maar het blijft de moeite. En wat een verschil met onze stranden zeg ! Bijna de ganse Belgische kustlijn staat vol hoogbouwappartementen. Ten prooi gevallen aan woekerende bouwpromotoren. Schreeuwerige animatie in de badsteden, overvolle stranden en horecaprijzen om van achterover te vallen. De schoonheid van deze Cantabrische kust staat hierbij in schril contrast.
Gisteren maakte ik kennis met Clemence. Een toffe jonge dame uit Antwerpen. Goeie babbel mee gehad. Ze zoekt te gaan trekken in de Europese Natuurparken maar zoekt nog naar een geschikte modus om daarrond slaapgelegenheden te vinden.
Het liefst loop ik alleen en hou ik het contact met Rolf beperkt. Maar hij schijnt me te volgen tot het opdringerige toe. Hoe laat vertrek je ? Waar ga je morgen naar toe ? Ik haal je wel in als je nu vertrekt. Waar ga je eten ? Dat vind ik niet erg fijn en ik moet dan ook aan een diplomatische oplossing werken want het is een zachtaardige man. Het is mijn camino en die loop ik niet op het voorgekauwde schema van anderen. Maar dat loopt wel los.
Ondertussen heb ik me op een bankske neergeplaveid naast de havengeul. Prachtig panorama. Zeilbootjes, wandelaars op de promenade. Oceaanstomers aangemeerd aan de kade. Het kustgebergte in de verte waar nevelslierten de toppen sieren, het zachte weer. Ik zou het hier wel gewoon kunnen worden.
Santander is een grote stad. Er zijn beslist mooie dingen te zien maar ik verkies om goed uit te rusten tegen morgen. Dan staan er tussen de 30 en 35 km op de rol. Ik heb nog niet naar het hoogteprofiel durven kijken. Dat loopt wel los en ondertussen stappen we maar verder en verder. Steeds maar verder. Ultreya et suseia !